• Blog
  • 31 juli 2024
  • Geplaatst door TeamZoeAmsterdam

Leef & laat leven

Aan het woord zijn Maike van Stiphout, directeur DS Landschapsarchitecten, en Clemens Karlhuber, sr. Landschapsarchitect DS Landschapsarchitecten. 

“Met Zoë proberen we de natuurervaring terug te brengen naar de plekken waar gewoond wordt. Hier leven mens en natuur naast elkaar. Wat Zoë vernieuwend maakt is dat er écht plek is voor natuurontwikkeling. Hier is nog ruimte voor onverwachte dingen. Zo creëren we een landschap waar ook plek voor mensen.”

Hoe is het natuurinclusieve ontwerp van Zoë tot stand gekomen?
“Dit kwam mede doordat duurzaamheid in de tenderuitschrijving voor 45% meetelde bij de beslissing van de gunning (in tegenstelling tot de gebruikelijke 10%). Dit werd een extra drive om op dit punt te excelleren. Zo kregen we de top van de natuurinclusieve mensen om tafel: Frank Vonk (landschapsarchitect AM), Robbert Snep (onderzoeker groene steden WUR) en Jelle de Jong (voormalig directeur IVN Natuureducatie) en Jos-Willem van Oorschot (architect Venhoeven CS Architecten). Hiermee konden we datgeen waar we in geloven en individueel al 10 jaar lang voor vechten werken echt gaan maken. Dat zorgt voor een bijzondere, unieke energie.”

“Uniek aan het ontwerpen van Zoë was dat we als landschapsarchitecten gelijkwaardig waren aan Venhoeven CS Architecten en zo van elkaar konden leren. Uiteindelijk werd de stem van de natuur niet meer enkel door ons vertegenwoordigd, ook de rest van het team was aan het meedenken voor de natuur.”

Wat maakt Zoë uniek?
“Slechts 10% van de kinderen komt dagelijks langer dan een uur buiten. De natuurervaring is eigenlijk uitstervende. We stappen de auto in en rijden ergens naartoe om de natuur in te trekken. Dat hoeft bij Zoë niet meer, want je kunt het direct op kleine schaal voor je neus ervaren. We brengen de natuurervaring terug naar daar waar gewoond wordt. Dat is wat als concept gekopieerd kan worden naar andere gebouwen. En we denken dat de kinderen die hier straks komen wonen wél buiten zijn en met de natuur in contact komen, omdat de natuur al om hen heen is.”

“Ook geven wij de natuur een stem door een vertegenwoordiger van de natuur in de VVE bestuur op te nemen. Deze vertegenwoordigt dan echt de stem van de natuur in Zoë.”

Hoe hebben jullie invulling gegeven aan de daktuinen?
“Wij hebben het niet over van daktuinen, maar we creëren hier een landschap. Door in het ontwerp rekening te houden met verschillende omstandigheden (zon, schaduw, vocht, droogte en hoogte) scheppen we een goede basis en ruimte voor natuurontwikkeling. Dit houdt ook in dat we het in de wijze van beheren ook aan de natuur over laten om de daktuinen verder in te vullen. Hierdoor kunnen er onverwachte planten en dieren aarden in Zoë. De uitdaging daarbij is om de verwildering en de mens hier ook ergens een plek naast elkaar te geven. Wij mensen namelijk houden over het algemeen meer van netjes en controle.”

En hoe krijgen mensen hier dan een plek?
“In de gevel is er ruimte gecreëerd voor mensen, in de vorm van buitenruimtes. Deze door ons genoemde cassettes vormen als het ware een frame waarin de mens ‘in controle’ is. Hier kun je zitten kijken naar voorbijvliegende vogels en insecten, of de natuur omarmen en jouw balkon op halen. Rondom de cassettes is de gevel eigenlijk heel rijk geschakeld en verzadigd met verspringen, nisjes en goten. Daar kan de natuur haar gang gaan.”

Welke rol spelen de cassettes nog meer binnen Zoë?
“De innovatieve cassettes dragen bij aan de biodiversiteit en duurzaamheid van Zoë. Ze zijn ontworpen om zonnepanelen te herbergen, mét erachter ruimte voor vleermuizen en insecten. Ook vind je cassettes met alleen maar nestkasten voor diverse vogelsoorten en verblijven voor vleermuizen. We hebben rekening gehouden met de oriëntatie van de nestkasten en welke dieren er nu in Amsterdam te vinden zijn, nog voordat de Sluisbuurt gebouwd is. Zo gaat de bouw nieuwe condities geven aan de dieren die er al in de omgeving even.”

Zoë heeft een vooruitstrevende kademuur. Hoe uit zich dit?
“In plaats van een harde scheiding, hebben we gekozen voor een zachtere, doorlatende variant van een kademuur. Hierdoor kunnen eenden en (zwemmende) egels ook de tuin betreden. In de muur zelf zijn verschillende holen en gaten waar vissen en amfibieën zich kunnen nestelen en verschuilen. De gemeente Amsterdam is aan het onderzoeken of deze kademuur op meerder plekken in de Sluisbuurt gebruikt kan worden.”

Wat maakt de kadetuin verder uniek?
“Door het water de kadetuin in te halen én de tuin te gebruiken om het regenwater weg te laten stromen richting het open water. De kadetuin is net zoals alle andere tuinen een plek voor mens en dier. Kenmerkend voor deze plek is wel dat de sfeer door het water bepaald wordt. Ook zorgt het water ervoor dat deze tuin de rijkste condities heeft. Wat ook uniek is, is het beplante gewerf wat we hebben gecreëerd. Dit is eigenlijk een architectonisch soort grot in het midden van het gebouw. Dit spreekt tot de verbeelding en nodigt uit tot ontdekken. Uniek aan dit plekje is ook dat je hier volle grond hebt (normaliter zit hier de parkeergarage onder). Hiervan zeggen wij dat hier alles kan groeien. De klimplanten die we tegen het gewerf aanplanten kunnen hier in de loop van de tijd zes of zeven verdiepingen omhoog groeien.”

Als je de omgeving durft te verkennen kom je op unieke plekken

Hoe draagt de tuinkamer in Zoë bij aan de gemeenschapszin?
“Zoë krijgt in het hart van het gebouw een tuinkamer die in directe verbinding staat met de tuinen van Zoë. Het is ontworpen als plek waar bewoners kunnen samenkomen, tuinieren en voorbereidingen treffen voor het beheer. We zien het zo voor ons dat mensen hier samenkomen om stekjes te delen, dingen aan elkaar uit te leggen en gereedschappen komen lenen. Dit is dé gezamenlijke plek waar bewoners de natuurontwikkeling in en op Zoë samen monitoren en beheren.”

Hoe draagt Zoë bij aan de ontwikkeling van duurzame architectuur en stedenbouw in de toekomst?
“Opvallend is dat toen het ontwerp af was elkaar aankeken en ons hardop afvroegen waarom we niet altijd zo bouwen? Want wie wil er niet zo wonen. We zijn ervan overtuigd dat dit de kwaliteit is die nodig is om in een stad te blijven wonen en niet te kiezen voor een boerderijtje op het platteland. Dit is het begin van een hele nieuwe periode.”

 

Deel
Gekopieerd!